Na twee weken begin ik mijn weg te vinden. ‘s ochtends stap ik de subway in aan de 145th St. en mijn dag begint. De metro hier vind ik een van de leukste dingen om te doen, het is een wereld op zich omdat er zoveel diversiteit is. Maar het gekke vind ik dat niemand op elkaar let; mensen zijn erg op zichzelf. Luisteren naar muziek, zitten te lezen of liggen te slapen. Maar er wordt ook veel gepraat, meestal door de hordes schoolkinderen die tussen drie en vier de metro bevolken. Ergens vind ik het vreemd dat mensen zo op zichzelf zijn maar kan het steeds beter begrijpen: al die mensen die hun eigen ruimte innemen. Je moet hier echt ruimte en een rustpunt voor jezelf creëren.
Dat probeer ik zelf steeds meer te doen. Afgelopen maandag ben ik naar Riverside Park gelopen dat is vanuit ons appartement een klein stukje lopen. Ik ben op een bankje gaan zitten. Vanaf die plek had ik een prachtig weids uitzicht over de Hudson River. Met in de verte een grote brug ( de George Washington Bridge als ik mij niet vergis) waar al die trucks overheen gaan die (vooral) ‘s nachts langs ons raam rijden.
Vandaag verder gegaan met het etsen. Het voelt nog een tikkeltje onzeker allemaal om dat ze hier andere middelen en gewoontes hebben. Maar ik probeer gewoon te kijken hoe anderen het doen en het zo te leren. Maar er zijn ook hele aardige ‘monitors’ die al mijn vragen beantwoorden. Er werken hier veel internationale kunstenaars en ik ga graag het gesprek aan omdat ik nieuwsgierig ben naar hoe zij het allemaal regelen en hoe zij hun leven als kunstenaar leiden, vooral hier in New York.
En dat is zwaar. New York is duur en vroegere buurten die eerst als armoedig gezien werden zijn nu in opkomst en mensen met een ruim inkomen trekken hier naartoe. Waardoor het voor veel mensen onbetaalbaar wordt. Veel kunstenaars gaan om die reden in New Jersey wonen.
Maar terug naar het etsen. Ik ben begonnen een tekening te maken over de subway. En de mensen die ik daar zie. Dinsdag wist ik even niet meer hoe verder te gaan en ben met die reden naar het Museum of American Folk Art geweest. Wat ik erg mooi vind aan deze kunststroming is de vaak wat naïeve, statige stijl, helemaal los van welke regels dan ook. Deze kunst is gemaakt door kunstenaars die een noodzaak voelden om iets te vertellen, maar ook omdat ze er plezier in hadden en om hun zielenroerselen en de donkere kant van hun geest te uiten. Soms tref je hele vreemde werelden aan. Heel duister. Maar ook een dromerige kant met veel tierelantijntjes, patronen en ritmes, getekend met een heel klein pennetje.
Ook zag ik werk van Sam Doyle en Abe Kane, kunstenaars waar ik echt nooit van gehoord had: hele simpele figuren en rauw geschilderd met geen details of diepte. Zo mooi, dat ik heel het museum het liefst bij mij thuis heb om naar te kijken. Ga maar eens kijken op de site, al het werk is te zien: http://folkartmuseum.org/info
Hieronder een inkttekening waar ik de laatste dagen aan gewerkt heb. Het was een man die ik in de metro zag. In mijn tekening heb ik er een persoon van gemaakt die zijn ogen dicht heeft om even helemaal op zichzelf te zijn.
Foto Rense Nieuwenhuis